Van alle blogs die ik heb geschreven, van alle lastige en persoonlijke onderwerpen die ik heb gedeeld, is deze blog denk ik wel de lastigste om te delen. Misschien moet ik het maar gewoon zeggen: “Onze zoon is hoogstwaarschijnlijk hoogbegaafd”. Zo, dat is eruit. Niet dat de spanning gelijk uit de lucht is, want door alle vooroordelen, stigma’s en ‘Hollandse nuchterheid’ is het ongebruikelijk om je hoofd boven het maaiveld uit te steken. “Wees maar gewoon, normaal, gemiddeld en loop niet zo met dingen te koop”, is de algemene instelling. Toch wil ik ons verhaal graag delen, want er is nog weinig bekend rondom hoogbegaafdheid en het heeft zo’n grote impact op ons leven, dat ik het niet weg kan laten uit de verhaallijn van mijn blog.
Vanaf het moment dat ik 20 weken zwanger was, kregen we al te maken met Kian zijn temperamentvolle, eigenwijze en autonome karakter. Ik zal het moment nooit vergeten dat ik een extra onderzoek kreeg ivm mijn zwangerschapscholestase en Kian keihard tegen het echo apparaat lag te schoppen (maar echt gericht). De arts die de echo maakte zei oprecht verbaast: “Zo dan, pas maar op mama want dit wordt me er eentje, nu al een eigen wil en een duidelijke mening”.
Na de geboorte verbaasde Kian alle artsen door direct mega alert te zijn en zelfs al contact te maken met iedereen. Mijn moeder zegt altijd: “Op het moment dat hij op je borst gelegd werd, zo grijs en grauw als hij was, vond ik al dat hij enorm alert en aanwezig was. De wijze blik in zijn ogen, alsof hij zich enorm bewust was van wat er om hem heen gebeurde”.
Kian ontwikkelde zich super snel (hij rolde met 3 dagen steeds op zijn zij, rolde met 4 maanden op zijn buik en hij stond met 6,5 maand in zijn box etc.). Wij hadden daar in eerste instantie helemaal geen erg in, want we hadden maar één kind dus konden geen vergelijking maken. Wel merkten we al snel dat hij enorm gefrustreerd werd. Alles moest snel, snel, snel en hij wilde overal bij betrokken worden (liggend, kijkend naar het luchtledige was saai) en slapen was voor “mietjes”. Nu achteraf kunnen we heel veel zaken verklaren, maar het eerste jaar was ons leven echt een hel. Ik zat nog middenin mijn revalidatie en had net aan energie om mezelf de dag door te slepen, laat staan dat ik kon zorgen voor een kindje dat eigenlijk veel sneller wilde dan hijzelf (en ik) aan kon.
Toen hij 2,5 jaar werd en voor het eerste naar de peuterspeelzaal mocht begonnen de echte problemen. Tot dan toe hadden wij een hele precieze manier van met hem omgaan ontwikkelt en wisten we best goed hoe we hem konden bieden wat hij nodig had. Hij was verbaal al super sterk en hij kon heel goed verwoorden wat hij voelde en wilde. Dit probeerden we ook mee te geven aan de peuterleidsters, maar die waren ervan overtuigd dat ze wisten wat ze deden totdat Kian steeds vaker gefrustreerd thuiskwam en op een middag achterin de auto in huilen uitbarstte en zei: “Mama, papa de juf wil mij gewoon niet horen”. Nou geloof me, je hart breekt. Ze konden hem gewoon niet op de juiste manier prikkelen, maar hij raakte wel overprikkelt door de drukte in het lokaal en de emoties die hij voelde. Hij vond de andere kinderen allemaal baby’s, terwijl hij één van de jongste was. We wilden nog proberen of we de leidsters niet konden overtuigen van onze eigen observaties, maar de frustratie bij hen hierover werd nog meer voelbaar voor Kian en zijn uitbarstingen heviger. Uiteindelijk hebben we hem overgeplaatst naar een andere locatie. Helaas ontwikkelde hier zich, vrij snel, hetzelfde issue en is Kian de laatste 3,5 maand voor zijn 4e verjaardag heel goed terecht gekomen bij “de Jonge Onderzoekers” in Naaldwijk. Hier zaten kinderen met een (vermoedelijke) ontwikkelingsvoorsprong en hier bloeide Kian helemaal op…. Hij werd eindelijk gezien!
De Jonge Onderzoekers opende onze ogen en ik ben toen meer informatie gaan verzamelen over het hebben van een ontwikkelingsvoorsprong. We herkenden Kian werkelijk in alles. Maarja, toen ging hij naar de basisschool… Ondertussen had Kian zichzelf al heel veel geleerd: Tellen tot 25, cijfers herkennen tot 10, alle kleuren, tellen in het Engels en we merkten al dat hij interesse kreeg in letters/lezen… Wij bieden hem wat hij aangeeft, dus als hij aangeeft dat hij cijfers interessant vindt dan gaan we die met hem oefenen. Hij hoeft van ons niks en als hij aangeeft dat hij iets niet meer leuk vindt, is het ook prima. Bij de kennismaking op school ging het vrijwel meteen mis. Wij vertelden over Kian zijn cognitieve voorsprong en direct zei de juf: “Maar waarom hem zo pushen?”. De moet zakten in onze schoenen en weer moesten we ons verdedigen om duidelijk proberen te maken dat dit helemaal niet is wat we doen. De toon was al gezet. We gaven aan dat als Kian bepaalde (lees: vervelend of emotioneel) gedrag vertoond, dit meestal komt omdat hij cognitief onderprikkeld en/of sensorisch overprikkeld is. “Ja, maarja, we hebben bijna 30 kinderen in de klas. We kunnen niet steeds alle aandacht op Kian richten”, zei de juf. BAM! Klap twee in ons gezicht.
Eigenlijk hadden we toen al onze conclusies moeten trekken, maar goed van vertrouwen als we zijn ging Kian daar toch naar school. Daar waar we bang voor waren gebeurde al na twee weken. Kian klampte zich steeds meer vast aan de juf (gebrek aan veiligheid/vertrouwen), die hem op haar beurt van zich af probeerde te duwen omdat hij voelde als een blok aan haar been (afwijzing), waardoor Kian zijn frustratie af ging reageren op kinderen die te dichtbij kwamen (fight/flight reactie). Zelfs nadat we nog een keer hadden gezegd dat Kian alleen uit zijn piekerhoofd komt, als hij zijn denkhoofd aanzet, kregen we terug: “Ja, maar hij moet zich eerst veilig voelen voordat we cognitief iets met hem kunnen”. Strike three, you’re out!
Op stel en sprong een andere school voor hem gezocht en gelukkig kon hij binnen ons dorp ergens anders terecht. Tevens hebben we een Sensorische Integratie Therapeute en een Orthopedagoog voor hem in de arm genomen, om hem te leren met prikkels om te gaan en een profielschets van hem te maken vanuit het oog van een deskundige. Hierdoor hopen we dat wij serieuzer worden genomen, want ons woord (als ouders) is dus niet te vertrouwen.
Kian is gewoon geen stereotype slimmerik. Ja hij leert makkelijk en loopt cognitief voor op zijn leeftijdsgenoten, maar hij vindt het niet boeiend om die “kunstjes” steeds te laten zien. Hij is enorm creatief en een echte beelddenker. Hij gaat “aan” van rondlopen in het Archeon en het bedenken van spelscenario’s, heeft een mega goed geheugen en is zich heel erg bewust van zichzelf en zijn omgeving (en de behoeften). Hij legt verbanden als een kleine volwassene en heeft een eigenzinnig gevoel voor humor. Tevens is hij heel hoog sensitief; pikt emoties van anderen op, gevoelig voor harde geluiden, drukte en onverwachte situaties en zijn eigen emoties gaan vaak van 0 tot 100 en weer terug in 2 seconden. Tja, Hoogbegaafdheid is zoveel meer dan een hoog IQ.
De vooroordelen dat (mogelijk) hoogbegaafde kinderen kleine nerds zijn die de hele dag in de boeken zitten is absoluut niet waar. Ze zullen er zeker zijn, maar dat geldt echt niet voor het merendeel van deze groep. De realiteit voor deze kinderen en hun ouders is dat zij continue een strijd moeten voeren om gezien en begrepen te worden. Dat het niet is omdat zij van hun kind een Einstein willen maken, maar omdat het nu eenmaal zo in het hoofd van hun kind werkt. Dat het brein van een hoogbegaafde anders bedraad is en zij dit ook niet anders kunnen aanleren, omdat het schoolsysteem hier niet op ingesteld is. Maar deze kinderen hebben ook recht op passend onderwijs!! Je zegt ook niet tegen een kind dat moeite heeft met leren: “Ja, nu is het wel genoeg, je doet maar gewoon zoals de andere kinderen en je past je maar gewoon aan”.
Momenteel zit Kian 2,5 maand op zijn nieuwe school en we hebben een heel fijn, constructief gesprek gehad met de juf, IB’er en de ortopedagoog. Kian heeft zichzelf in een paar maanden leren lezen en is nu ook begonnen met schrijven. Iedereen was het er over eens dat, als Kian in groep 2 geplaatst zou worden na de zomervakantie, hij zich enorm zou gaan vervelen. Tevens gaan de kinderen, waar hij aansluiting bij heeft, allemaal naar groep 3. Daarom is, collectief, besloten om hem te laten versnellen en hem ook te laten starten in groep 3. Mocht hij dan toch, af en toe, de behoefte hebben om een middagje gewoon lekker te spelen, dan mag hij naar zijn oude juf lopen in groep 2 en daar een middagje vertoeven. We hebben er zeker vertrouwen in dat hij het volgend jaar heel goed gaat doen, maar we houden hem natuurlijk goed in de gaten en ook school houdt zeker tot aan de herfst/kerstvakantie een vinger aan de pols.
Nogmaals; Wij vinden ons kind niet beter dan andere kinderen en het gaat ons er niet om dat hij in sneltreinvaart zijn basisschool doorloopt. Wat wij het allerbelangrijkste vinden is dat Kian gelukkig is en 100% zichzelf kan zijn. Dat dit betekent dat hij zijn schooltijd op een andere manier doorloopt, dan het gemiddelde, dat is dan maar zo!
Meer weten over hoogbegaafdheid? Check:
https://www.lich.nl/
https://wij-leren.nl/kenmerken-hoogbegaafdheid.php
https://www.mensa.nl/hoogbegaafdheid