Home » Blog » De wereld overweldigd…

De wereld overweldigd…

De dagen na mijn ziekenhuis opname kan ik me nauwelijks herinneren. Ik leef in een grote waas en alles gaat aan me voorbij. Grootste deel van de tijd lig ik op de bank in de woonkamer, met de gordijnen dicht en mijn zonnebril op. Ik kan geen geluiden verdragen en daardoor moet Deniz bijna alles tegen me fluisteren. Hij is op dit moment ook degene die alle contacten met de buitenwereld onderhoudt en zelfs twee weken vrij heeft opgenomen om voor mij te zorgen. Mijn werkgever is dan ook heel verbaasd als ze hem aan de telefoon krijgt om te melden wat er gebeurd is en dat ik voorlopig bedrust moet houden.

Helaas is na de val mijn reuk- en smaak weg en daardoor heb ik nergens trek in. Zelfs de behoefte aan zoetigheid is er niet en dat is voor mij heel bijzonder, want ik ben de grootste snoepkont die ik ken. Ik eet eigenlijk alleen nog omdat ik anders helemaal geen energie meer heb, maar veel kan het me verder niet interesseren. Ook de misselijkheid is nog volop aanwezig. Ik heb het gevoel alsof er een vuist vanuit mijn maag, via mijn slokdarm, omhoog wordt geduwd.

Gelukkig neemt in de week erna mijn draaiduizeligheid iets af, maar loop ik nog steeds op de tast langs de muren, omdat mijn evenwicht niet goed werkt. Uiteindelijk vraag ik aan Deniz of hij een vierpootkruk voor me kan regelen, zodat ik me daaraan vast kan houden als ik naar de wc moet of iets uit de keuken wil pakken. Na een dag wordt mijn trouwe vriend afgeleverd. Deniz moet heel hard lachen als ik hem uitpak en ermee een stukje door de kamer loop. “Je lijkt wel een bejaarde zo”, grinnikt hij. Ik bekijk mezelf in de spiegel en moet toegeven dat het er wel apart uitziet, zo’n jonge vrouw met zo’n wandelstok, maar nu durf ik ook eindelijk een blokje om te gaan.

In eerste instantie ben ik blij dat ik het huis kan verlaten en de buitenlucht doet me even goed. De opluchting is van korte duur, want op het moment dat ik de straat uitloop en geconfronteerd wordt met de drukte van de doorgaande weg breekt ineens het zweet me uit. Het geluid en voorbijflitsen van auto’s, mensen die verschillende kanten oplopen, het waaien van de wind langs mijn gezicht, ineens komt het allemaal binnen alsof ik voor het eerst de wereld instap. Door alle indrukken en prikkels let ik niet goed op en net op tijd trekt Deniz mij opzij, omdat ik op een haar na gemist wordt door een fietser die scheldend met een scherpe bocht om mij heen gaat. “Haal die stront uit je ogen wijf, ik belde nog. Ben je doof ofzo?”. De man fietst door en ik grijp Deniz zijn arm vast. “Kunnen we alsjeblieft terug naar huis gaan? Ik trek dit niet!”.

Enkele minuten nadat we het huis hebben verlaten, steekt Deniz de sleutel weer in het slot. Ik ben blij dat ik de deur weer achter me dicht hoor vallen en omarm de stilte en het veilige gevoel dat thuis mij biedt. Ik ben ineens zo ontzettend moe. Het voelt alsof ik een balansdag, op het werk, heb gehad en mijn hoofd vol zit met informatie die alleen maar leeggemaakt kan worden door een nacht goed te slapen. Ik plof op de bank en in mijn rechteroor klinkt een soort na-ruizen. Dat soort ruis dat je wel eens hebt als je bij een concert of in bioscoop bent geweest, maar dan harder in combinatie met mijn eigen hartslag. Die middag hang ik uitgeput op de bank. Het is wel weer even genoeg buitenlucht voor komende dagen.

Nahmama

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven
Translate this page text, press here;